Interview met Michiel Koperdraat

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in magazine We Are Pioneers, zomer 2024

Zelfbewustzijn geeft innerlijke vrijheid

Tekst: Maria Mazarakis – fotografie: Petra van Vliet

 

Michiel Koperdraat over Universana.nl en Zelfkennis.nuMichiel Koperdraat (1956) is musicus, spirituele gids en bovenal een filosoof die het verlangen naar zelfkennis en innerlijke ontwikkeling in zichzelf en anderen wakker maakt. “Iedereen heeft het over het ‘wat’, maar niet over ‘hoe’ je innerlijke bevrijding realiseert en juist dat is zo belangrijk”, zegt hij. Michiel biedt het ‘hoe’ en schrijft hiervoor een handleiding op zijn website. Deze website is fluïde, voor iedereen toegankelijk en leest als een fijn boek met hoofdstukken. Ik vraag hem naar zijn persoonlijke ervaringen in zijn eigen zoektocht naar innerlijke vrijheid.

Wat mij tijdens het gesprek met Michiel al snel opvalt is zijn eigen kijk op zelfbewustzijn en hoe dit leidt tot innerlijke bevrijding. Daarover vertelt hij uitvoerig. We exploreren vele zijwegen, waarbij ik de grote lijn in het vizier probeer te houden. Ik vind het mooie zijwegen en het tekent misschien ook wel de wijze waarop Michiel mensen uitnodigt om hun eigen weg te bewandelen naar zelfbewustzijn. De vele thema’s die hij op zijn website beschrijft, maken voor de lezers de weg vrij om geheel autodidactisch aan de slag te gaan. Een slow-food-website noemt hij het, voor iedereen die zich wil verdiepen in de essentie van innerlijke bevrijding zonder spirituele poespas. Naast wat hij doet, ben ik ook nieuwsgierig naar zijn eigen proces naar innerlijke vrijheid. Hieronder lees je zijn verhaal.

 

We kunnen het beste uit onszelf halen

als we het beste in onszelf leren kennen

Ik ben een spiritueel gids, of een boodschapper, zegt Michiel. Ik ben spiritueel activistisch als het gaat om de boodschap dat je innerlijk vrij kunt worden. Als er bijvoorbeeld rook uit je oren komt, dan moet je dat waarnemen, er iets mee doen. Veel dingen waar we aan gehecht zijn zullen we moeten opgeven om het ego te overstijgen, door te strijden voor wat waar is in onszelf. Uiteindelijk kom je dan zelfs bij ‘kill your darlings’… Gaandeweg mijn leven kreeg ik door dat we het beste uit onszelf halen wanneer we in onszelf het beste steeds beter leren kennen en dat ook kunnen volgen.

Ik ben geboren in Amsterdam en ben de jongste van 4 kinderen. Mijn ouders waren beide beeldend kunstenaars en links activistisch. Ze hebben zich ingezet tegen de apartheid in Zuid Afrika. Ze waren tegen discriminatie, wat je niet moet verwarren met de huidige woke-beweging van nu. Mijn moeder was wakker, feministisch, overlegde met de WOW-vrouwen (de wijze oude wijven), kwam op voor de vrouwenrechten. Ze illustreerde kinderboeken en tekende er donkere kindjes in en mannen aan de afwas, in een tijd waarin dat nog niet gewoon was. Emancipatie was een geliefd onderwerp van haar in tekeningen en schilderijen. Mijn moeder schilderde met klare lijnen, lieflijk, kleurrijk, soms heel snel.

Mijn vader schilderde vanuit maatschappelijke betrokkenheid. Hij schilderde bijvoorbeeld ‘de verkrachting van moeder aarde’. Dat beeld was zo heftig dat je dat liever niet aan de muur wilde. Later is hij veel lichter geworden en schilderde hij vele zonnen, die hij zag als eeuwige bron van energie, van goedheid en licht. Mijn vader ‘baarde’ zijn schilderijen, het was af en toe een worsteling voor hem om de schilderijen er zo uit te krijgen zoals hij dat in gedachten had. Hij schilderde zijn ervaringen van de dingen waarover hij zich druk maakte. Mijn vader zat in het wereldje van Cobra, kunstenaars die graag bekendheid wilden, galerieën, geld. Daar moest mijn vader niets van hebben.
Mijn vader werkte op de Kopse Hof, hoger beroepsonderwijs dat opleidde tot creatief therapeut. Hij was docent beeldende vorming. Die werkvormen gebruikten de therapeuten als medium in creatieve therapie. Mijn vader vond zijn werk leuk, toch ging hij steeds minder werken als docent, omdat hij meer tijd wilde hebben om zelf te schilderen en dus te doen wat hij het liefste deed. Geld sparen hoefde niet. Mijn ouders wilden geen bezit, ze hadden genoeg en gaven veel weg aan goede doelen.

Mijn ouders waren allebei ‘leeuw’ (sterrenbeeld), waar je niet zomaar omheen liep. Ze waren katholiek, maar toen zij de wandaden van de kerk zagen, hebben ze zich publiekelijk uitgeschreven. Ze hielden anti-kerstvieringen (als tegenhanger van al dat ‘vreten op aarde voor de pensen van welbehagen’). Ze waren PSP’ers, pacifisten, tegen elke vorm van geweld.
Wat ik meekreeg aan normen en waarden is socialisme, links activisme, nooit accepteren dat je iets doet wat tegen je geweten ingaat, wakker zijn. Mijn ouders hebben mij de bodem gegeven om te groeien, ze hebben mijn wijde blik op de wereld gevormd, de diversiteit aan culturen meegegeven, ook in de muziek. Ze lieten me zien hoe je vanuit je hart leeft en hoe je je met hart en ziel inzet voor een mooiere/betere wereld. Mijn ouders lieten me in alles in mijn waarde. Ik mocht leren en fouten maken.

 

Je moet iets doen om te ervaren dat je een scheppend wezen bent

Ik heb eenzelfde soort opleiding gedaan als waar mijn mijn vader lesgaf, maar dan met muziek als medium. We hadden in die tijd regelmatig discussies thuis over spiritualiteit, over ‘je innerlijk werk doen’. Spiritualiteit is navelstaren, zeiden mijn ouders. “Je moet je op de wereld richten, niet op jezelf”. Hierdoor gingen ze natuurlijk ook voorbij aan zichzelf, maar door hen is wel mijn aandacht zowel naar binnen als naar buiten gericht. Dat in tegenstelling tot vele spirituelen. De Boeddha zelf zei: ik kan niet gelukkig zijn als er nog één mens op de wereld is die ongelukkig is. Daar gaan de navelstaarders, zoals mijn vader ze omschreef, aan voorbij. Die laten alles gewoon ‘gebeuren’.

In mijn eigen omgeving heb ik bij een aantal mensen gezien hoe de vreugde in hun leven teloor ging doordat ze geen innerlijk werk hebben verricht. Dat vind ik heel verdrietig om te zien. Het vraagt ook wel wat moed en durf. Om tot innerlijke bevrijding te komen moet je uit je comfortzone durven stappen. Het werkelijke innerlijk werk kan alleen maar buiten je comfortzone plaatsvinden, anders gebeurt er niks. Als je ‘om de hete brij heen draait’ en je enkel happy en blij wilt voelen, waarom zou je dan iets veranderen? Waarom zou je diepgaand onderzoek doen en jezelf bevragen over wat er in je aan de hand is waardoor je je opgefokt, onthutst of depressief voelt? Dat kun je alleen maar in die staten zelf onderzoeken, niet als je lekker met een kopje koffie in de tuin zit. Als je bijvoorbeeld je handen kwijtraakt door een ongeluk en je daardoor niet meer kunt gitaarspelen, dan heb je een emo-mentaal probleem. Daar begint het therapeutische werk om diezelfde mens ook weer tot bloei te laten komen, zonder die handen en dus met een handicap.
De leergang Universana die ik heb ontwikkeld, nodigt je uit om jezelf te leren kennen vanuit twee richtingen: binnen en buiten. Het daagt je uit om in volledige zelfexpressie te stappen en tot bloei te komen. Zelfexpressie en bloei maken dat je geluk ervaart. Het hele universum is erop gericht om alles te laten bloeien, van een madeliefje tot aan een melkwegstelsel. Iets ontstaat, groeit, bloeit, stort uiteindelijk in en alles start opnieuw. Zonder bloei kan een mens zich niet echt gelukkig voelen. Je kunt niet eeuwig gelukkig zijn in een zachte stoel kijkend naar de televisie. Je moet iets doen om te ervaren dat je een scheppend wezen bent en dat kunnen heel kleine dingetjes zijn.

Dat scheppende vond ik in de muziek. Ik luisterde als kind veel naar de muziek van mijn ouders. Eén plaatje vond ik op mijn achtste zo mooi dat ik vroeg of ik het mocht ‘hebben’. Het was de Peer Gynt Suite van Grieg. Daarna kreeg ik op elke verjaardag een singletje van ze. Ze gaven me wereldmuziek: Pools, Surinaams, Schots. Zij vonden dat educatief en ik vond het prachtig. Mijn ouders hadden veel verzetsmuziek, zo ook van Mikis Theodorakis. Daar heb ik als een kind verbijsterd naar geluisterd. Toen is mijn connectie met het Griekse gelegd.

Op mijn 9de kwam ik op de Linnaeushof te wonen in Amsterdam, tegenover een kerk met drie klokken. Die bengelden altijd op zondagochtend, tot groot ongenoegen van mijn ouders die heel lang hebben geijverd om ze korter én minder te laten luiden. Ik vond het klokkenspel prachtig, want naast de drie tonen van de klokken hoorde ik ook een stapel boventonen, die ik allemaal mee floot. Dat vonden mijn ouders wel bijzonder, dat ik dat kon, zonder ze eerder gehoord te hebben. Door die boventonen kregen de klokken, ook voor hen, een andere beleving. Vanaf toen was het wel duidelijk dat er muziek in mij zat.

Ik was twaalf toen ik langs een muziekwinkel liep en mijn oog op een gitaar viel. Wat een mooi ding was dat! Bij thuiskomst vroeg ik mijn ouders om een gitaar en kreeg die kort daarna.
Ken je de prelude van Bach waar Gounod later het Avé Maria op maakte? Die prelude hoorde ik toen ik mijn gitaar een paar jaar had. Ik ben al die nootjes op mijn gitaar gaan uitzoeken en dat is me in twee middagen gelukt. Ik wist nog van niks, dus dat is eigenlijk bizar, maar ik kón dat. Ik liet het mijn ouders horen en die vielen van hun stoel. Daarna heb ik het nooit meer gespeeld. Het proces van het uitzoeken vond ik leuker dan het spelen zelf. Ik heb veel muzikaliteit in mij. En blijkbaar is het me niet om het kunstje te doen, maar om de groei, het proces. Ik wilde het alleen uitzoeken en klaar. Zo is dat gegaan met alle muziek die ik daarna maakte. Waarom? Voor mij gaat het om de groei en wat erna komt: het nieuwe en het improviseren op wat je hebt leren spelen.

 

Griekse muziek

Ik was 22 toen ik samen met mijn vrouw met vakantie was op Kreta. Daar hoorde ik de Kretensische muziek. Die jongens raggen er op los met solo’s van wel vijf minuten, binnen een liedje van één minuut. Dat deden wij ook in onze jazz-rock-band. Ik vond het fantastisch! In 1986 gingen we twee maanden. Op de laatste dag waren we in Plaka, het uitgaansgebied in Athene, met bouzouki winkels. Daar heb ik toen mijn eerste bouzouki gekocht. Achteraf bleken we een dag te laat te zijn voor de terugreis! Het is de voorzienigheid geweest dat we het verkeerd hadden opgeschreven, want als we de dag ervoor gewoon het vliegtuig hadden genomen, was mijn leven heel anders gelopen. Ik nam bouzouki-les en kon er al vrij snel goed op spelen. Ik hield zoveel van Griekse muziek dat ik met de jongen die ik vroeg voor bouzouki-les en zijn gitarist, de groep Ano Kato ben begonnen. Het was een enorme carrière-change. Ik was toen professioneel bassist in de musical ‘Publiek’ van Seth Gaaikema en Bob Zimmerman en had de mogelijkheid om te gaan solliciteren voor de musical Cats. Die bas-carrière waar ik al die jaren naartoe had gewerkt legde ik neer voor mijn liefde voor de Griekse muziek. De 140 voorstellingen waarin iedere muzieknoot een vaste plek had zag ik niet meer zitten. Ik koos voor de bouzouki. Qua inkomen was dat hartstikke link. Toch heb ik er wel mijn brood mee verdiend. Je moet soms gekke constructies verzinnen om het een en ander betaald te krijgen en vaak helpt de voorzienigheid je ook een handje als je iets heel graag wilt.

In de Griekse (volks)muziek die ik speelde, ligt de muziek ook wel vast, net als in klassieke muziekstukken. Toch heb ik nooit een lied hetzelfde gespeeld. De Griekse consul van toen vond Ano Kato geweldig en organiseerde een concert voor ons en anderen in De Doelen: Greek music, Dutch voices. We speelden voor 800 mensen, waarvan de helft Grieken. Het is het enige concert waar na afloop Ano Kato werd gescandeerd. Dat was fantastisch! Het roept zoiets op als: ‘en God zag dat het goed was’. Ik was op dat moment een doorgeefluik van goddelijk kunnen, zoals elk mens dat is. We hebben die dag de mensen begeesterd, ook de Grieken. Terwijl Grieken vaak niet geloven in Nederlanders die op ‘hun’ bouzouki’ spelen.

 

‘Ken Uzelve’ wordt nog niet begrepen in deze wereld

Ik ga voor het maximale en zo perfect mogelijk. Vanuit het katholicisme wordt perfectionisme als een zonde gezien, omdat je dan misschien te goed wil zijn. Ik denk dat perfectionisme geen zonde kán zijn: kijk maar eens naar de natuur, die is in alles een uiting van perfectie. Perfect is voor mij, dat ik met gebruikmaking van alle tools die ik heb al mijn talenten volledig kan inzetten, ondanks dat elk individueel talent natuurlijk ook begrenzingen kent. Dat het dan een prachtig geheel wordt en klopt met elkaar. Ik ga door tot het klopt. In de muziek, maar ook met mijn artikelen op mijn website. Alles blijft natuurlijk een momentopname, want als ik er een tijd later weer naar kijk of luister, kan het zijn dat het niet meer klopt. Dan verander ik iets zodat het weer klopt.
Ik zoek naar het goddelijke. Het goddelijke kun je niet pakken, toch kan het je volledig vervullen. Je kunt een heel eind komen als manifestatie van het goddelijke, door datgene te doen waarvoor je ‘bedoeld’ bent en om dit in volledige zelfexpressie vorm te geven. Bij mij was dat in eerste instantie de muziek en vanaf mijn zeventiende kwam daar de spirituele filosofie bij.

Een ex-vriend van mijn zus vertelde mij het verhaal over ‘de koets van Gurdjieff’. Dat verhaal sloeg bij mij in als een bom. De essentie van dat verhaal was zo evident, dat ik mezelf afvroeg: waarom heb ik dat niet zelf bedacht? Het was een van de belangrijkste sleutelmomenten in mijn leven. Gurdjieff is een spirituele leraar, een Grieks-Armeense filosoof. Het verhaal over de koets zegt: ons lichaam kun je zien als een koets die onze ziel huisvest. De paarden ervoor zijn onze emoties, verlangens en drijfveren, ze trekken onze koets voort. De koetsier die de paarden ment is onze rede die ons onderscheidingsvermogen in werking zet en ons vertelt wat we moeten doen en welke kant we op kunnen. De Ingezetene in de koets is ons Zelf, die enkel bewust waarneemt. Eigenlijk zou de koetsier moeten luisteren naar de ingezetene (het Zelf), maar hij laat zich vaak teveel afleiden waardoor hij de weg kwijt is. Hij is te vaak met andere dingen bezig. Dit is een metaforisch verhaal waarvan je de essentie moet kennen. Je kunt dit verhaal en de uitwerking ervan lezen op mijn site.

Mensen hebben helaas weinig tot geen zelfkennis. ‘Ken Uzelve’ wordt nog niet waarlijk begrepen in deze wereld. Ooit heeft iemand deze korte quote in de Apollo-tempel gebeiteld. Jezelf kennen vraagt je om naar binnen te kijken en tot ‘inkeer’ te komen. In de bijbel zeggen ze dat je je moet ‘bekeren’. Als er iets gebeurd in je leven waardoor je wordt geraakt, zoek dan de oorzaak ervan in jezelf. Aanleidingen komen vaak buiten, maar de oorzaken van ongerief liggen meestal in ons. Als je gevoelig bent voor beledigingen ben je vaak ook gevoelig voor complimenten: het zijn twee kanten van dezelfde medaille. De meeste mensen hebben wat ego-kennis, kennis van conditioneringen en eventuele trauma’s. Dat is ego-bewustzijn. Zelfbewustzijn gaat een stap verder, dan ben je permanent zelf-reflectief bewust van dat je het Zelf bent en niet alle ideeën die je over jezelf hebt verzameld.

Ik ben op zoek gegaan naar de oorsprong van die filosofie. Dat bleek de filosofie van de Vierde Weg te zijn, die met name door Ouspensky, leerling van Gurdjieff, naar West-Europa is gebracht. Eerst in Engeland, maar later ook in Nederland ontstond hieruit de School voor (praktische) Filosofie. Daar heb ik mij ingeschreven, filosofielessen gevolgd en jarenlang lesgegeven. Het lukte me die school ook naar Groningen te halen, toen ik voor mijn werk naar Groningen verhuisde en qua filosofische inspiratie op een droogje kwam te zitten. Inmiddels organiseer ik mijn eigen bewustzijnsgroepen.

 

Uit je ‘verhaal’ stappen

Als we niet werkelijk tot bewustzijn komen, dan vecht je elkaar soms de tent uit. Positief geformuleerd kun je ook zeggen dat als je het maatschappelijk oneens bent met elkaar of geestelijk in oppositie raakt, je dat juist gezamenlijk in het licht moet zetten om wederzijds bewustzijn een kans te geven. Om dat te bewerkstelligen moet je af en toe uit je comfortzone gehaald worden door iemand. Een goede leermeester is confronterend omdat hij je mindsets aan de kaak stelt; Hij laat je kijken naar waar je staat en zet er iets tegenover wat je nog niet hebt gezien of nog niet hebt leren kennen.

Jezus was ook een leermeester, die zei heel vaak: ontwaak! Wordt wakker op spiritueel gebied. Omdat je je dan kunt bekeren en kunt afvragen wat is er nodig om een waar mens te worden? Hoe word je als Jezus zelf, of als Mohammed? Alle ‘bullshit’ die je in je hebt is je aangepraat of opgedrongen. Je draagt het met je mee, maar je kunt er ook gewoon afscheid van gaan nemen. Dan komt er een nieuw mens in jou naar boven die er eerder nog niet was. We willen meestal extern bevrijd worden van van alles, maar het gaat juist om innerlijke bevrijding. Daar zijn veel minder mensen in geïnteresseerd. Het is zo moeilijk om uit je verhaal te stappen of uit je verhaal te blijven en enkel in NU te zijn. Als je enkel naar een foto kijkt ben je in NU, maar zodra je denkt ‘jeetje hier sta ik niet zo mooi op’, zit je weer in je verhaal. Het gaat over zondermeer wakker te zijn. ‘Zonder-meer’ vind ik een mooi woord: als je enkel in het moment kunt zijn, kan intens geluk oprijzen bij het zien van bijvoorbeeld een bij. In NU val je samen met wat je ziet, met het goddelijke ervan.

’Geef ons heden ons dagelijks brood’ (uit het Onzevader) staat voor: ‘geef ons voor de dagen die komen esoterische voeding’. Het is leerzaam ‘brood’ dat je voedt. Dat brood kan ook bitter brood zijn. Soms is het lekker, maar soms ook niet. Hoe ik dat doe, bitter brood eten? Door niet te verzaken, bij mezelf te blijven, bij hetgeen waarvoor ik sta. In de bijbel spreekt men over Waar Geloof (dat ons zal redden). Mijn leerschool is dat ik zie en begrijp en tot in mijn diepste vezels voel, welke kant ik op moet met mijzelf en dat ik daar trouw aan blijf, want Waar Geloof is een zeker weten van dat je ergens zult uitkomen, zonder dat je het al hebt gerealiseerd. Sporters als Mohammed Ali of Sifan Hassan, die hebben ook waar geloof. Zij weten: ik word wereldkampioen. Zo weet ik zeker dat ik mezelf kan bevrijden als ik niet van mijn padje af ga. Mijn voorgangers hebben dat bewezen, ook Jezus heeft dat bewezen. Zij lieten zien dat je niet mag wijken voor waarheid.

 

Ieder mens heeft grootsheid,

dus is het is belangrijk om hierin je eigen maat te vinden

Ook ik wil vrij zijn van al mijn innerlijke bullshit. Niet alleen van conditioneringen of wat me allemaal aangedaan is, of van trauma’s, maar ook vrij worden van spirituele mindsets. Ik hoor weleens mensen zeggen; ”Ik heb het begrepen, nu ben ik vrij…” Dat kan niet. Je kunt zelfbewustzijn niet enkel met je bolletje ’snappen’. Er is veel innerlijk werk nodig om werkelijk innerlijk vrij en integer te worden. Cruijff zei het mooi: Als je je uiterste best hebt gedaan, heb je het goed gedaan. In de ‘wedstrijd’ kun je alleen maar het beste van jezelf geven. En als je het beste wilt geven, moet je weten wat het beste van jezelf is; daar moet je dus naar op zoek. Als je dat niet doet, blijf je altijd onder de maat en blijf je altijd een beetje ongelukkig, want je weet dat je niet aan je maat komt. Het is zo belangrijk om de top te vinden in je grootsheid. Ieder mens heeft grootsheid. Om hierbij uit te komen moet je wel van je plek komen. Ik wil vanuit mijn hoogst haalbare een doorgeefluik zijn van wat mij ‘ter beschikking’ word gesteld. In het hoogst haalbare zul je zien dat het leven in zijn imperfectie toch ook weer perfect is. Ook in de Griekse muziek streefde ik naar perfectie maar was ik gewoon een ‘doorgeefluik’; ik probeerde het zo goed mogelijk te spelen, met zoveel mogelijk verve en enthousiasme. Zelfs als ik tijdens het improviseren ergens uitkwam waar ik niet wilde zijn, doordat ik me vergaloppeerde. Het is voor mij een mooie metafoor voor het leven zelf, waarin je jezelf ook kunt vergalopperen. Dat maakt echt helemaal niks uit, daar is niks fout aan. Als je het maar met verve doet!

Een leraar op de School voor Filosofie vertelde over het belang van spiritueel ondernemerschap. Dat sprak me aan. Ik wil naast de muziek een spiritueel ondernemer zijn in de betekenis dat ik doorgeef wat ik zelf leer. Ik geef graag mijn kennis en ervaring door. Dat heb ik eerst met mijn muziekleerlingen gedaan; zij wilden beter worden op weg naar hun beste kunnen, maar zaten soms met innerlijk blokkades, met podiumvrees, of hadden het idee dat ze niet veel konden. Dan vroeg ik: “Wat gebeurt er nu binnen in jou, als je je instrument bespeelt of staat te zingen?” Dan keerden ze naar binnen. Als muzikant heb je bewuste zelfreflectie nodig om beter te kunnen spelen en van jezelf te leren houden.

 

Bewustzijn moet je in jezelf realiseren,

maar je kunt dit het beste samen met anderen doen

Ooit had ik bedacht dat ik de kennis die ik heb vergaard, eens zou opschrijven in een ‘Hoofd-, hart- en handboek voor musici’, want zo zou het gaan heten. Ik startte in 2014 en kwam zoveel spirituele voetnoten tegen die ik eerst wilde uitleggen en dacht, dit wordt niks! Ik ben toen eerst die voetnoten maar eens gaan opschrijven. Dat is de huidige lijvige website Zelfkennis.nu geworden. Later zal ik nog weleens een afdeling schrijven voor muzikanten, eentje die verder gaat dan alleen muziek. Op mijn website beschrijf ik vele thema’s. Met een boek zou ik de inhoud bevriezen en de dag erna al denken ‘dat had anders gemoeten’. Dat maakt dat sommige schrijvers tien boeken schrijven en elke keer net een beetje anders. Daar heb ik geen zin in. Ik leer ook van de mensen die reageren op mijn werk. Als een leermeester niet langer ook nog leerling is, is het gedaan met zijn geloofwaardigheid, is een van mijn stellingen. Het vraagt mij om open te staan voor wat een ander aanbiedt, opmerkt of aanvult. Ik heb niet dé wijsheid in pacht. Als iemand iets moois kan toevoegen, dan graag. Bewustzijn moet je in jezelf realiseren, als je eigen levenscoach, maar je kunt dit het beste samen met anderen doen.

vergina-star-vector

© Michiel Koperdraat