De Vierde Weg & Organen van de Geest

Verslag van de lezing van Michiel Koperdraat bij Stichting Innerlijk Besef in Zeijen

Dinsdag 7 januari 2020, door Mayke Kijk in de Vegte

vergina-star-vector

De mogelijke evolutie van de mens

Thanks to Asaf Braverman, BePeriod.comGurdjieffs verhaal over ‘De Koets’ was voor mij het begin van het besef van wat De Vierde Weg inhoudt”, aldus Michiel. Het verhaal over ‘De Koets’ staat uitgebreid verteld op zijn website.
Heel in het kort: de koets is je lichaam, de paarden zijn het gevoel, de koetsier is de rede, de passagier (de waarnemer) is de opdrachtgever voor de reis: het Zelf. (lees hier de allegorie van de koets) Gurdjieff en Ouspensky ontwikkelden De Vierde Weg en hebben deze methode geïntroduceerd en toegankelijk gemaakt in West-Europa.
Waarom heet deze filosofie ‘De Vierde Weg’?

Traditionele wegen

Er zijn in feite drie aloude hoofdwegen te noemen, de weg van Lichaam en Beheersing, de weg van Gevoel en Toewijding, en de weg van Rede en Begrip. Dit heeft te maken met hoe de menselijke geest in elkaar zit. Het bewegingscentrum, de lichamelijke sensatie van het kunnen bewegen, actief zijn en ‘doen’. Het bewegingscentrum is op te splitsen in een bewust en een instinctief (autonoom) deel van de geest, want de ademhaling, hartslag, bloeddruk, spijsvertering gaan gewoon door zonder dat we ermee ‘bezig’ hoeven zijn.
We weten dat we als mens veel kunnen voelen: het gevoel van dingen aanraken en ook de gevoelens die in ons opkomen als reactie op wat anderen zeggen of doen. Daardoor voelen we ons fijn, opgewekt; soms gekwetst of down, dit zetelt in ons gevoelscentrum.
Je innerlijk kenmerkt zich verder door een ‘denkertje’: je neemt waar, analyseert, classificeert, beoordeelt, beredeneert, combineert enz.: het redelijk centrum. De westerse maatschappij draait hier heel sterk om. Er zijn drie hoofdstromingen om tot wijsheid te komen.
Loopt dit proces naar wijsheid via redeneren en nadenken, dan kunnen we via filosofie en gesprekken komen tot zelfkennis (Socrates, studiegroepen e.d.).
Daarnaast is er de weg voor mensen die zich laten leiden door gevoel. Ze kiezen voor liefde en toewijding en gaan voor hun persoonlijke groei bijvoorbeeld naar een klooster en stellen zich in dienst van het hogere om een hogere zijn-staat te bewerkstelligen. Alle religies zijn ontstaan uit dit streven naar het hogere.
Dan heb je nog de beweeglijke types, de sporters, de doeners, de actievelingen, de strijders. In vroeger tijden in de Oosterse wereld waren het de fakirs, de beoefenaars van yoga, de dansende Soefi’s, samoerai. Zij zagen hun lichaam als een tempel en een middel om een hoger doel te bereiken.

Een bewuste stap

Gurdjieff, de mysticus, was zeer bereisd, was overal in het Oosten geweest en zag dat ál onze Centra zich voluit kunnen ontwikkelen en dat je je daar ook bewust voor dient in te zetten, als een commitment. Bewustzijn komt niet zomaar aangewaaid. Tegenwoordig is er op het spirituele vlak een enorme keuze, er zijn wagonladingen boeken over geschreven, tal van cursussen worden aangeboden en het internet staat er bol van. Ga je een beetje grasduinen, dan kun je al snel het gevoel krijgen dat je goed bezig bent, met de valkuil dat je weer in oude, vertrouwde gewoontes terugvalt en weer in die greppel zakt van zelfvoldaanheid of onvermogen. De Vierde Weg, als combi van de drie traditionele wegen, is wel degelijk een bewuste stap die je neemt, waar een weloverwogen beslissing aan vooraf gaat: “dit is wat ik echt wens!” Dan merk je ook dat als je bijvoorbeeld een boek leest, hoe fijn dat ook is, het slechts een eerste aanzet is, die je als het ware een zetje in de goede richting geeft, maar dat je dan zélf dingen zult moeten gaan doen én laten. Niet alleen jezelf laten vollopen met verhalen van anderen, maar zélf in actie komen en dingen onderzoeken en ondernemen. De wijsheid van anderen lezend, zul je het moeten gaan verinnerlijken en aan den lijve gaan ondervinden. Het is heel fijn om heerlijk te blijven ronddobberen in allerlei spirituele en filosofische stromingen, maar De Vierde Weg roept op om die mindset uit je systeem te krijgen, want enkel een (nieuwe) spirituele mindset brengt je niet verder in je innerlijke ontwikkeling en bevrijding. Ouspensky probeert de mensen actief te laten worden, hiertoe heeft hij allerlei oefeningen geïntroduceerd, met als enige doel: zelfherinnering.

Als mens hebben we een zelf-reflectief bewustzijn. Hoe werkt onze geest, dat bewustzijn van ons? Ook wij zijn voortgekomen uit Absoluut Bewustzijn. Als je het magnifieke bewustzijn van het universum beziet, dan kan dat gewoon niet zijn ontstaan uit toevalligheid; daar zit een waanzinnige intelligentie achter. Michiel meent dat het Stephen Hawking is geweest, die heeft gezegd dat als er maar één miljardste anders was geweest aan de oerknal, dat dan het hele universum zoals wij dat nu kennen niet eens had kunnen ontstaan.

Dit brengt Michiel bij het gegeven dat hij altijd waarschuwt voor antropocentrisme, het menscentrale denken. Als de mens zegt: “Ik ben bewustzijn”, dan is dat best nogal wat om te beweren. Want… hoe kun je dat weten? Vanuit ons mens-zijn hebben we het vaak over allerlei verschijnselen in het universum, terwijl we maar zo’n minuscuul klein deeltje zijn in het uitgestrekte heelal. We moeten eerst maar eens gaan onderzoeken hoe onze geest werkt: meestal bevinden we ons mentaal in een soort van ‘wakende slaap’. Dit is wat anders dan de tijd die we ’s nachts slapend doorbrengen; door het nachtelijke slapen vindt er regeneratie plaats: ‘’De slaap die het gescheurde kleed van zorgen herstelt’’ zei Shakespeare. En als je ’s ochtends je ogen opendoet en je zit op de rand van je bed jezelf uit te rekken, dan besef je: Ik Ben! Dat is dan ook eigenlijk het enige moment van de dag waarop je zuiver en bewust ervaart: Ik Ben.

Normaal gesproken staat ons body-mind systeem in een soort automatische stand, we zijn bezig met de standaard zaken van overdag; krantje lezen, fietsen, eten, werken, noem maar op. In feite zit iedereen overdag in een soort van overlevingsmodus, een mechanische stand waarbij je in feite vanzelf de dag doorkomt: de ‘wakende slaap’. Dit noemen we dan ‘wakker zijn’… ‘Zelfbewustzijn’ heeft de mens pas als deze met een helder bewustzijn voelend aanwezig is in de situatie waarin hij zich bevindt. Normaal zit je in je auto en je rijdt vanzelf die vertrouwde route, tot er ineens een fietser vlak voor je langs schiet: dat is het moment dat je wakker schrikt en je direct in het hier en nu bent; dan ben je even écht wakker, in die specifieke situatie, op die plek, dan zit je in een helder, voelend bewustzijn, in voelende waarneming. Zelfherinnering is als eerste: een voelende waarneming van jouzelf, waar je je ook bevindt en wat je ook doet. Hoe kom je dan in een moment van Zelfbewustzijn terecht? Dat kan door op een paar momenten van de dag even écht wakker te zijn, als oefening. Wat grappig is: je maakt altijd mee dat je wakker wordt, maar je maakt nooit mee dat je in wakende slaap valt. Als je ’s ochtends wakker wordt en je bent je ervan bewust dat je er weer ‘bent’, dan hoef je alleen maar in dat moment te verblijven. Maar we gaan al spoedig weer op de automatische piloot verder gedurende de dag. Je zit in een mechanisch proces, met van alles en nog wat bezig, gefocust of niet. Het kan iets creatiefs zijn, of gewoon je werk, of je bent dag en nacht aan het gamen, whatever…

Het zou goed zijn om tussen activiteiten door af en toe een moment te pakken, even stil te vallen, even een moment van rust in te lassen, in een voelend aanwezig te zijn – even gewoon ZIJN, zonder méér – en dan die wakkere staat ‘meenemen’ in wat je vervolgens gaat doen. Door het verlengen en verdiepen van deze werkelijk bewuste momenten en de frequentie ervan te verhogen, ontstaat de staat van Zelfbewustzijn. Eerst zijn het maar af en toe een paar minuutjes van helder en voelend aanwezig zijn, dan meer frequent en ook dieper, en op een gegeven moment worden het langere perioden dat je wakker en zelfbewust bent en de momenten dat je onbewust doorsukkelt nemen af. Je activiteiten zijn bewust, de drie Centra werken beter samen, je krijgt meer verdieping in wat je doet. Er is een uitdrukking in de filosofie die dit mooi weergeeft: als een wijze slaapt, dan slaapt hij, als een wijze eet, dan eet hij, als een wijze zingt, dan zingt hij. De Vierde Weg kun je een systeem noemen van hoofd, hart en handen. Er is evenwicht en balans tussen deze drie. Zo kun je je ervan bewust worden dat je je teveel door je gevoel laat meeslepen, of dat je te veel in je hoofd bezig bent met beredeneren, of te actief en ongedurig bent en steeds maar zit te bewegen: een signaal om terug te gaan naar een moment van stilte om de drie Centra op te merken en in evenwicht te krijgen. Dat kan alleen in Nu.

Ego overstijgen

Wat is eigenlijk het ego? Is dat je identiteit? Zijn het waardeoordelen? Is het een overlevingsmechanisme? Een eigen wil? Een kritische stem? Een sturend mechanisme? Identificatie? Het is een containerbegrip. Als je zegt: “Ik ben muzikant”, dan geef je aan dat muzikant zijn je identiteit is, maar natuurlijk is dat maar een klein deel van wat je ‘bent’ als mens. Het is je functie. Dus je bént geen muzikant, maar je beoefent het vak van musicus. Zo kan je zeggen: “Ik ben kwaad”, maar in feite bedoel je: “Ik maak me kwaad over, ik erger me aan…” (grappig is: elk wederkerend werkwoord zegt overigens iets over wat je helemaal zélf doet). Zo ontstaat er een cluster aan identificaties wat in feite allemaal ‘ikjes’ zijn. Ouspensky noemt dat een opeenhoping van ikjes: het ene ikje zegt dit, het andere dat: de mens zit vol met ikjes die allemaal wat anders willen, elkaar niet eens kennen, elkaar tegenspreken, zelfs tegenwerken; er zitten buffers tussen, anders zou je het niet kunnen ‘handlen’.
Soms word je met je neus op de feiten gedrukt of iemand maakt een opmerking waarbij hij er precies doorheen prikt en komen twee gebufferde ikjes met elkaar in aanraking: je voelt je ongemakkelijk, je voelt je betrapt, je bloost, gaat stotteren… dan volgt zelfrechtvaardiging, een verontschuldiging, een redenering waarom je op die manier iets gedaan hebt, alleen maar om je emo-mentale comfortzone weer terug te krijgen. Die zelfbeeld-ikjes kun je gaan ontdekken, je kunt het van buitenaf objectief waarnemen.

Je hoeft bijvoorbeeld niet je dag te laten verpesten doordat iemand iets zegt wat je niet leuk vindt: dat is interne consideratie, die nare mentale staat waarin een ander jou als het ware in lijkt te duwen. Maar je doet het zelf. Je bent in ‘wakende slaap’ als je de neiging hebt jezelf te verdedigen, te rechtvaardigen. Je kunt ook reageren met externe consideratie, wat het tegengestelde is van intern considereren: waarom zou iemand iets vervelends of negatiefs tegen je zeggen en wat zegt dat over die ander? Hoe komt hij/zij er toe om zo’n opmerking te maken…? Een jezelf herinnerende houding zorgt ervoor dat je je niet door automatisch opkomende gevoelens laat meeslepen, dat je je bewust bent van jezelf en bij jezelf blijft en ook de ander ziet.
Ook kun je dan zien dat er iets in jou getriggerd werd dat een onderzoekje waard is. Een vervelende opmerking is slechts aanleiding voor jouw ongemak, niet de oorzaak. Kijk naar wat eronder zit, zoek en voel dieper in jezelf. Iedereen die kritiek op je levert is in feite jouw leermeester. Het zou zomaar kunnen dat een kritische opmerking een trigger is voor iets dat al veel langer geleden is gebeurd, maar je nog steeds onbewust dwarszit. Er komen momenten dat je je gaat realiseren dat je nog dingen van (heel) vroeger kunt gaan doorvoelen en oplossen, om innerlijk vrij te worden. Dit kunnen ‘wekkers’ worden om wakker te worden, om bewustzijnsmomenten te creëren.

Essentie en Persoonlijkheid

De Vierde Weg gaat voornamelijk over identificatie en wat het onmiddellijke effect daarvan is op je dagelijkse leven. Ouspensky en Gurdjieff hebben geformuleerd dat wij als individu verschillende lagen in onszelf hebben, niet alleen de drie Centra die net ter sprake zijn gekomen. Als mens, als unieke persoon, hebben wij twee belangrijke zaken tot onze beschikking. Het eerste is wat ons aangeboren is, je essentie, waartoe al je talenten, mogelijkheden en onmogelijkheden behoren. Hier spreken we over onze geïndividueerde essentie, waarmee we op de wereld kwamen, niet onze absolute essentie. Kun je in jezelf gaan herkennen wat bedoeld wordt met onze essentie? Je uiterlijk, jouw unieke kenmerken, je aard, je talenten en de begrenzingen ervan. Sommige mensen zijn van kleins af aan beweeglijk of zijn geboren sporters; anderen spelen al jong geweldig piano, alsof het geen moeite kost: waar komt dat vandaan? Is dit geërfd? Iedereen kan wel dingen noemen, waarin je echt goed bent, al vanaf jongs af aan. De essentie van een kind is nog volop zichtbaar. Het grappige van talent is dat het niet verloren gaat, zelfs als je er niets mee doet. Je gaat met pensioen en ‘ontdekt’ dan ineens dat je kunt schilderen. Het is niet altijd iets wat je van je ouders hebt. Een slagerskind kan bijvoorbeeld opeens vragen om een gitaar en daar zijn leven lang veel plezier uit halen, misschien er zijn beroep van maken. Deze unieke geïndividueerde essentie bepaalt ons als individu, dit uniek-zijn; er is geen tweede jij op de hele wereld te vinden.
Zijn er geaardheden die je minder prettig vindt, dan kun je ze minder belangrijk laten worden, je kan ze transparanter laten worden, minder bepalend.

Een andere laag in onszelf, volgens Ouspensky, is onze persoonlijkheid. Wij zijn hiermee niet geboren, maar deze hebben wij tijdens ons leven verworven. Niets van onze persoonlijkheid is aangeboren. Het zijn alle dingen in ons leven die we hebben aangeleerd en die in deze maatschappij handig zijn om te hebben. Het zijn gereedschappen waarmee we ons in de alledaagse omgang kunnen handhaven en ons kunnen uitdrukken. Tot onze persoonlijkheid behoren al onze culturele eigenschappen, bijvoorbeeld ons Nederlander-zijn, taal en taalgebruik, humor en manier van doen, aangeleerde (beroeps)vaardigheden en kennis en alle verworvenheden om ‘mijzelf als individu’ te kunnen zijn en uitdrukken. Het kenmerkt ons als persoon. Ons zelfreflectieve bewustzijn kan ons laten zien hoe we omgaan met onze geïndividueerde essentie en persoonlijkheid. Maar zodra we hier een zelfbeeld uit creëren, en vooral een waardeoordeel, dan creëren we ego.

Als je De Vierde Weg praktiseert, kun je te zijner tijd je ego kwijtraken, maar nooit je persoonlijkheid: dat is namelijk wat jou tot jóu maakt in de omgang met anderen. Zonder persoonlijkheid kun je je niet meer uiten, kun je niet communiceren, kun je je gevoelens niet overbrengen. Je persoonlijkheid maakt, als het goed is, volledig gebruik van de drie Centra van ‘hoofd, hart en handen’. Zo word je een creatief, bewust en voelend mens, met een wakkere, alerte staat van geest, doende wat nodig is, en dit is de mogelijke evolutie van de mens, waar Ouspensky over schreef. De Vierde Weg geeft handvatten om wezenlijk geïnteresseerd te raken in jouzelf, in wat er binnenin jouzelf gebeurt. Alle wijsheid is in jou te vinden. Je kunt er alleen nog lastig bij. Het is afgedekt. Het moet worden ont-wikkeld. Je Innerlijke Zon straalt warm en heet. We hebben er allemaal wolken omheen gekregen zodat we er niet zomaar bij kunnen. Onze kern is versluierd, door conditioneringen, twijfels, onzekerheden, eigendunk, enz.. Als je jezelf in feite kwijtraakt, door niet zelfreflectief bewust te zijn, ontgaat je veel. Wij kunnen achteraf een situatie beoordelen, maar beter kunnen we in NU zijn en bewust vaststellen wat we nu doen en ons daar op aanpassen, dan zijn we echt wakker. Dan leven we in het moment. Je volgt wat je ziet, je reageert en blijft in connectie met dat moment. Je doet dan precies wat nodig is: doen door niet-doen. Zonder de situatie of de ander als tegenstander, als opponent, te zien, maar als één organisch geheel waar je onderdeel van bent.

Zelfherinnering is méér dan mindfulness: je bent aanwezig in Nu, in een voelend gewaarzijn van jezelf. Als je gedurende de dag met je aandacht ook op jezelf gefocust blijft, kun je nooit al je energie in een situatie kwijtraken. Je gaat dan niet over een grens heen. In een staat van zelfbewustzijn kún je jezelf niet kwijtraken. Op de automatische piloot kun je heel veel werk verzetten, in je gezinsleven of op je werk. Je kunt briljant zijn. Maar op een gegeven moment kun je vastlopen, jezelf voorbij lopen en ongeluk of stress ervaren; burn-out raken.
Bedenk eens: hoe vaak ben je je helder bewust van wat je precies doet en wat dat voor effect op jouzelf heeft? Meestal doe je dingen mechanisch, geconditioneerd. Richt eens de aandacht naar binnen: “Ben ik nog lekker bezig? Ga ik niet tegen mijn gevoel in? Krijg ik de mensen om me heen nog mee?” Je levenshouding zou dus moeten zijn: ‘Ik handel in een voelende waarneming van mijzelf’, niet langer jezelf onderdrukkend en niet langer energie verliezend of jezelf wegcijferend. ‘Wakker’! Er is maar één JIJ. Blijf bij jezelf, dan hou je van jezelf.

Pauze

Na de pauze deden we een stille waarnemingsoefening.

Organen van de Geest

Ons geestelijk Instrumentarium, beschreven in de Vedische filosofie. Ons lichaam functioneert door lichamelijke organen zoals longen, hart, brein, stofwisseling, bloedsomloop en zo meer. We hebben ook een ‘geestelijk lichaam’, waaronder onze psyche valt. We hebben namelijk vijftien ‘geestelijke organen’. Maar welke ervan kennen we eigenlijk, naast het bekende rijtje van de vijf zintuigen als gehoor, gevoel, zicht, smaak en reuk die door de wetenschap worden onderschreven en waar veel over bekend is? Willen we in een meer duurzame zelfherinnering verblijven, dan is het zaak ons gehele geestelijke instrumentarium te leren kennen, te zuiveren en aan het werk te zetten.

De belangrijkste ervan is de Waarnemer. Als je gewoon rustig zit, en je doet een korte ontspanningsoefening, dan merk je meteen: ik neem mijzelf waar in zelfreflectie. Je neemt je lichaam waar, je gevoel, je zicht, je gehoor. In feite kun je niet zijn wat je waarneemt! Je bent dat wat waarneemt, de absolute getuige van alles in en om je heen; In de Vedische filosofie noemt men dit de Jiva-atman, datgene wat je in jezelf herkent als hetgeen wat waarneemt. De Waarnemer is ons zelf-reflectieve vermogen wat uniek is voor de mens en hem onderscheidt van dieren. Je neemt waar, maar tegelijkertijd weet je dat je waarneemt. Dit kan een dier niet. Een zelf-reflectief geestelijk instrument, waarmee je niet alleen na áfloop van een handeling kunt zeggen ‘dat had ik anders willen doen’, maar waarmee je ook tijdens een handeling op het moment zelf kunt reflecteren. Je beseft dan: ik ben, ik besta. In het Sanskriet is dit: ‘Aham’, Ik Ben. Af en toe is er dat heldere besef: Ik Ben; maar dit is een vluchtig moment, het wordt meteen gevolgd door: ik ben iets, en je gaat van alles invullen; zo ben je het puur waarnemen van Ik Ben alweer kwijt.
Het heldere Ik Ben-moment is het Gouden Middelpunt, de kern waar we steeds weer naar terugkeren. Eigenlijk kun je er niet naar terugkeren, want die Waarnemer is er altijd, hij staat altijd ‘aan’, alleen versluierd. De essentie van de Waarnemer is dat deze geen oordeel heeft, het is een non-duaal punt in onszelf! Het centrum van Zelfkennis.
Elke grote filosoof, leraar of meester stelt dat centraal: Ken Uzelf. Als eerste ga je op zoek naar wie je eigenlijk bent of lijkt te zijn. Alles wat je over jezelf moet weten, wilt weten, zit in jezelf. Word zo je eigen levenscoach. En dan vind je wat… maar je kunt het niet plaatsen… Wat dan? Dan gaan we nu verder met de andere organen van de Geest waarmee we kunnen plaatsen wat we in onszelf waarnemen.

Het tweede Orgaan van de geest is: Citta. Het is het vermogen om te herinneren. Her-inneren dus. Er was ooit iets in jou, nu kennelijk niet meer, maar je kunt het weer terughalen middels Citta: het instrument (of kanaal) waardoor het weer binnenkomt. Je kunt ongelofelijk veel herinneringen hebben, onmiddellijk een sfeer of een emotie herinneren, of je ruikt een bepaalde geur en je zit gelijk 20 jaar terug op een Grieks eiland. Je zou kunnen zeggen dat Citta, het orgaan van je geheugen, contact maakt met het Akasha Veld (zie o.a. ‘Het Veld’ van Lynne McTaggart – ook wel Nulpunt-energieveld of Kwantum Vacuüm genoemd): het non-duale Veld dat alle informatie bevat. Ervin Laszlo (2x Nobelprijs-genomineerd!) beschrijft hoe het Akasha Veld alles doordringt en beïnvloedt, ook de interactie van alles in het universum, als een ‘non-duale holografische imprint’ buiten tijd en ruimte. Michiel noemde het al: als er één miljardste deeltje anders was gelopen in de oerknal, dan was het universum niet eens ontstaan en hadden zich geen sterrenstelsels gevormd. Alle informatie was dus vóór de oerknal al aanwezig. Alles in ons menselijk systeem resoneert via Citta met het Akasha Veld. Er is cel-herinnering en DNA-herinnering, enzovoort. Dit alles is in tegenstelling tot wat moderne wetenschappers als dr. Swaab zeggen: met “Ik ben Mijn Brein”. Je brein is eerder een ‘transmitter’. De mens is veel meer dan zijn brein, dat fysieke orgaan.

Het derde orgaan van de geest is Ahamkara (Aham plus karaIk Ben plus ‘iets’). Je identificatie-instrument, maar ook: hechting met anderen creërend, de natuurlijke hechting met je kind, met je geliefde. Ons hechtingsinstrument dus. Ahamkara werkt in onbewustheid beperkend, als je bijvoorbeeld zegt: ‘ik ben slim’ of ‘ik ben lelijk’. Waardeoordelen die niets zeggen over wat je echt bent. Ahamkara is dus ook jouw ‘vele-ikjes-fabriek’. Als je je zeer sterk identificeert met een bepaalde stroming of een religie, dan kan dat met jou aan de haal gaan, je leven overnemen en bijvoorbeeld van jezelf een ‘martelaar’ voor je geloof maken, een kruisvaarder, een IS-strijder. Ook veel moderne ziektes zoals anorexia ontstaan door de verkeerde onbewuste werking van Ahamkara, omdat je je identificeert met het lichaam.

Dan is er als vierde ‘orgaan van de geest’ ons hogere onderscheidingsvermogen, Buddhi. Het onderscheidt Waar van niet-waar en werkelijk van niet-werkelijk. De essentie van waarheid is dat het áltijd waar is. Het is objectief. Jezus zei bijvoorbeeld: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”. Hij sprak vanuit het Zelf. Het Zelf is de namelijk Weg. Het Zelf is uniek en Waar. Het Zelf is het kompas in je Leven. Buddhi ‘weet’ dit en laat het je zien.
Buddhi oordeelt op het hoogste niveau over ‘goed en verkeerd’. Ouspensky stelt dat ‘goed en verkeerd’ kan worden beoordeeld in relatie tot je ontwikkeling. ‘Goed’ is wat jouw innerlijke ontwikkeling bevordert, ‘fout’ of ‘verkeerd’ wat dit in de weg staat. Buddhi ‘weet’ dit en laat het je zien.

Hierbij komen we bij het volgende orgaan: Manas: de actieve werkgeest. Het denken. Het vermogen tot intelligent creëren. Uniek voor de mens. Onze actieve denkgeest wordt regelmatig in een kwaad daglicht gesteld, want het denken kan in onbewustheid gaan ‘malen’ en allerlei gevoelens oproepen. Maar ons functionele denken zorgt voor elke communicatie, voor ideeën en invallen die je kunt uitwerken. Manas is onze grote vriend, ons functionele denken en associëren en ‘legt alles aan ons voor’. Einstein werkte met gedachte-experimenten en kwam tot E=mc2. Maar je kunt met Manas ook een boodschappenbriefje maken. Manas maakt dat wij denkende mensen zijn. Als je rust hebt in je hoofd, kom je tot jezelf, en in stilte wordt het denken zuiver. Helaas is Manas, ons denken, te vergelijken met een slecht afgerichte hond. Het is dus hoog tijd voor een puppy-training!

De drie Centra dienen gezuiverd te worden (Rede, Gevoel en Beweging). Maar ook ons geestelijk instrumentarium dient gezuiverd te worden. Laat je niet meeslepen door de waan van de dag. Zorg dat die mallemolen in je hoofd tot rust komt. Maak pas op de plaats en keer bewust terug naar wat wezenlijk is.

Een ‘zesde’ zintuig?

Naast deze geestelijke organen, beschreven in de oosterse filosofie, en de ons zo bekende zintuigen zijn er nóg vijf. De westerse wetenschap veegt deze op een hoop als het ‘zesde zintuig’, en wel met scepsis, want… hoe bewijs je dat? Maar zelfs de NAVO werkte tijdens de Koude Oorlog met hoog gevoelige mensen die via remote viewing konden zien wat er in de kernkop-fabrieken in de Sovjet-Unie gefabriceerd werd. Die informatie werd wel degelijk serieus genomen. Jaren later bleek wat men ‘zag’ te kloppen. Die waarneming liep dus via subtiel zien.
We hebben vijf ‘subtiele’ zintuigen. Hier komen ze:

  • Subtiel horen: het zintuig van hoge intuïtie, helderhorendheid, van innerlijk horen, het horen van niet gemanifesteerd geluid.
  • Subtiel voelen: het subtiele zintuig van empathie en socialiteit, van aanvoelen. Het is het deel in Buddhi dat ons geweten doet ontwaken, waarmee je je inleeft in een ander.
  • Subtiel zien: het subtiele zintuig van begrip en inzicht. Van beschouwing, verbeelding, helderziendheid en ‘remote viewing’.
  • Subtiel proeven: het subtiele zintuig van esthetiek en gezondheid. Van goede smaak, schoonheid en balans ervaren. De Ayurveda als geneeswijze is voortgekomen en ontwikkeld middels dit subtiele zintuig: het ‘proeven’ van de effecten van kruiden en balansen die heilzaam voor ons zijn.
  • Subtiel ruiken: een ‘neus’ hebben voor iets, het ruiken van onraad. Een ‘het is niet pluis’ kennen we allemaal wel. Maar ook de detectie van consistentie en logica behoren tot dit subtiele zintuig.

Het zijn deze subtiele vormen van waarneming die ons dagelijks onbewust de weg wijzen, maar wat we ons maar zelden realiseren. Echt ontwikkeld hebben we ze al helemaal niet.

 

Bekijk hier meer onderwerpen van de Universana-bijeenkomsten en lezingen

vergina-star-vector

© Michiel Koperdraat